terug

Fokreglement

 

 

Dit reglement bevat de bepalingen van het fokreglement verbonden aan de inschrijving van honden van het ras in de Nederlandse Hondenstamboekhouding (het NHSB).

 

 

1- Algemeen deel

 

 

Artikel 1- Definities

 

1.1     Raad: de vereniging "Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland", statutair gevestigd en kantoor houdend te Amsterdam aan de Emmalaan 16 - 18.

 

1.2     Het NHSB: de Nederlandse Hondenstamboekhouding zijnde het Stamboomcertificaten-register en het Afstammingsbewijzenregister met inbegrip van de bijbehorende Bijlagen en Voorlopige Registers. Het is de door de Raad bijgehouden Nederlandse stamboekhouding van rashonden op basis waarvan door de Raad Stamboomcertificaten dan wel Afstammingsbewijzen kunnen worden afgegeven.

 

1.3     F.C.I.: de Federation Cynologique Internationale, de overkoepelende internationale organisatie op kynologisch gebied, waarvan de Raad lid is en deel uitmaakt.

 

1.4     Rasvereniging: de bij de Raad aangesloten vereniging, genaamd de "Nederlandse Vereniging voor Stabij- en Wetterhounen" (NVSW) statutair gevestigd te Hilversum op 26 april 1947 (ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nr. 0232V000301).

 

1.5     Fokker: de eigenaar van de in het NHSB opgenomen teef waarmee gefokt wordt c.q. zal gaan worden.

 

1.6     Dekreu-eigenaar: de eigenaar van de in het NHSB dan wel in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding ingeschreven reu die de teef van de fokker gedekt heeft c.q. zal gaan dekken.

 

1.7     Fokuitsluitende ziekten, afwijkingen of handelingen: de in bijlage 1 genoemde of aangeduide ziekten, afwijkingen of handelingen op grond waarvan de nakomelingen van de betreffende hond het recht op zowel een Stamboomcertificaat als een Afstammingsbewijs wordt ontzegd.

 

1.8     Dekking: een dekking wordt aangemerkt als een voor de werking van dit reglement relevante gebeurtenis, indien er een dekkaart is ingevuld, ondertekend en ingediend bij de Raad.

 

1.9     Nest: van een nest in de zin van dit reglement is sprake indien dit nest gerelateerd kan worden aan de dekkaart als bedoeld in artikel 1.8. alsmede indien voor dit nest een geboorte aangifte kaart is ingevuld, ondertekend en ingediend bij de Raad. 

 

 

Artikel 2 - Doelstelling

 

2.1     Dit fokreglement is gericht op het instandhouden, bewaken en bevorderen van de gezondheid, het karakter en het welzijn, alsmede van de rastypische eigenschappen van het ras.

 

 

Artikel 3 - Reikwijdte en begrenzing

 

3.1     Dit fokreglement is van toepassing op in Nederland te fokken honden en stelt de voorwaarden vast voor de registratie in het NHSB en voor de toekenning en afgifte van de daarbij horende Stamboomcertificaten dan wel Afstammingsbewijzen, onverminderd het bepaalde in het hoofdstuk De Registratie van het Kynologisch Reglement.

 

3.2     Dit fokreglement is tot stand gebracht en vastgesteld door de rasvereniging. Voor de onderdelen van dit reglement waarbij de rasvereniging gebruik wenst te maken van de instrumenten van de Raad, is instemming van de Raad verkregen. Daarmee is dit reglement op die onderdelen een reglement, waarop de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van toepassing zijn, alsmede het Kynologisch Reglement in het algemeen, in het bijzonder waar het hoofdstuk Registratie betreft, alsmede in het bijzonder het Tuchtreglement en het Reglement betreffende de Geschillencommissie. Op de inschrijving zijn daarenboven de Algemene Voorwaarden van levering van de Raad van toepassing, indien de fokker geen lid is van een bij de Raad aangesloten vereniging. Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Amsterdam onder nummer 45/2000 alsmede bij de Kamer van Koophandel en fabrieken te Amsterdam onder nummer 40531977.

 

3.3     Ten aanzien van het gebruik van honden voor de fokkerij, alsmede ten aanzien van deelname van honden aan door de Raad, door haar aangesloten verenigingen en/of door de FCI georganiseerde c.q. goedgekeurde activiteiten, wordt tussen honden met een Afstammingsbewijs en honden met een Stamboomcertificaat geen onderscheid gemaakt.

 

3.4     De verantwoordelijkheid voor het fokken en afleveren van pups ligt bij de fokker. De rasvereniging alsmede de Raad aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van eventuele gebreken bij de pup, betrokken van een fokker. Ook als deze zich houdt aan het bepaalde in dit fokreglement.

 

 

Artikel 4 - Algemene eisen voor inschrijving in het NHSB

 

4.1     Honden die niet gefokt zijn met inachtneming van tenminste het gestelde in artikel 5 van dit reglement worden van registratie in het NHSB uitgesloten.

 

4.2     Nakomelingen van ouders met fokuitsluitende kenmerken of van ouders waarmee de fokuitsluitende bepalingen worden overtreden zoals genoemd in bijlage 1 worden uitgesloten van registratie in het NHSB. Bovendien kan het fokken met honden, waarop de fokuitsluitende bepalingen zoals genoemd in bijlage 1 van toepassing zijn, worden aangemerkt als een kynologisch strafbaar feit, ten aanzien waarvan het Tuchtcollege voor de Kynologie kan besluiten tot het opleggen van een tuchtmaatregel.

 

4.3     Beide ouderdieren moeten tot hetzelfde ras behoren overeenkomstig het bepaalde in het hoofdstuk Registratie van het Kynologisch Reglement. In het geval dat de vaderhond van een in het buitenland woonachtige eigenaar is, moet deze hond in een door de FCI erkende buitenlandse stamboekhouding zijn ingeschreven.

 

4.4     De fokker en de omstandigheden waaronder wordt gefokt, moeten minimaal voldoen aan de criteria opgenomen in bijlage 2.

 

4.5     De fokker en de dekreu-eigenaar dienen, gevraagd en ongevraagd, de bij hen beschikbare en bekende gegevens te verstrekken die van belang zijn voor de fokkerij. Zij dienen zich op de dekkaart schriftelijk akkoord te verklaren met registratie van deze gegevens en verstrekking daarvan vanuit deze registratie aan belanghebbende derden.

 

4.6.    Als op basis van de gezondheid of het gedrag van één of meerdere nakomelingen moet worden verondersteld dat (een van) de ouderdieren een (vermoedelijk) erfelijke ziekte of afwijking heeft of vererft, kan dit ouderdier c.q. deze ouderdieren, na overleg met de rasvereniging, door de Raad van de fokkerij worden uitgesloten. Het bestuur van rasvereniging kan de Raad wijzen op de hiervoor bedoelde situatie. Daarnaast kan het verzoek tot nemen van dit besluit worden gedaan door belanghebbende(n), ingeval bij meerdere nakomelingen moet worden verondersteld dat het ouderdier een (vermoedelijke) erfelijke ziekte of afwijking heeft of vererft. Het verzoek dient te worden gericht aan de Raad, die in overleg met de rasvereniging beslist of dit ouderdier c.q. deze ouderdieren van de fokkerij dienen te worden uitgesloten. Indien de eigenaar dit ouderdier wil blijven inzetten bij de fokkerij, zal hij dit ouderdier op zijn kosten op de betreffende ziekte of afwijking moeten laten onderzoeken. Nakomelingen van het betreffende ouderdier, verwekt na het besluit tot uitsluiting van de fokkerij, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven tot dat onomstotelijk is vastgesteld, dat op grond van het onderzoek het ouderdier tot de fokkerij kan worden toegelaten. Indien uit bedoeld onderzoek blijkt dat het dier tot de fokkerij kan worden toegelaten, worden de in redelijkheid gemaakte kosten van dit onderzoek door de Raad vergoed. Tegen de beslissing van de Raad staat voor belanghebbenden beroep open bij de Geschillencommissie.

 

 

Artikel 5 - Afstammingsbewijzen

 

5.1     Honden die gefokt zijn met inachtneming van tenminste de bepalingen opgenomen in de artikelen 3, 4 en 7 van dit reglement, alsmede het hoofdstuk De Registratie van het Kynologisch Reglement, worden geregistreerd in het Afstammingsbewijzenregister van het NHSB, dan wel in de bijbehorende Bijlagen of het Voorlopig Register. Er wordt voor deze honden een Afstammingsbewijs toegekend.

 

5.2     De fokker, die in aanmerking wil komen voor een Afstammingsbewijs voor zijn fokproducten dient zich door ondertekening van de dekkaart schriftelijk akkoord te verklaren met en te handelen naar de bepalingen opgenomen in de artikelen 2, 3, 4, 7, 12 en 13 van dit reglement en de bewijsstukken waarmee aangetoond wordt dat voldaan wordt aan artikel 4 en 7 van dit reglement bij te voegen.

 

 

Artikel 6 - Stamboomcertificaten

 

6.1     Honden die gefokt zijn met inachtneming van de bepalingen opgenomen in dit reglement alsmede het hoofdstuk Registratie van het Kynologisch Reglement, worden geregistreerd in Stamboomcertificatenregister van het NHSB, dan wel in de bijbehorende Bijlagen of het Voorlopig Register. Er wordt voor deze honden een Stamboomcertificaat toegekend.

 

6.2     De fokker, die in aanmerking wil komen voor een Stamboomcertificaat voor zijn fokproducten dient zich door ondertekening van de dekkaart schriftelijk akkoord te verklaren met, en te handelen naar, de bepalingen die zijn vastgesteld in dit reglement en, voor zover van toepassing verklaard, de bewijsstukken waarmee aangetoond wordt dat voldaan wordt aan artikel 4,7, 8, 9 en 10 van dit reglement bij te voegen.

 

 


 

2 - Rasspecifiek deel

 

 

Stabijhoun

 

Wetterhoun

 

 

3 - Slotdeel

 

 

Artikel 11 - Koopovereenkomst

 

11.1   Het is aan te bevelen om de verkoop van de pups schriftelijk vast te leggen door middel van een door de rasvereniging of Raad vastgestelde koopovereenkomst, welke als bijlage is toegevoegd.

 

 

Artikel 12 - Sanctiebepalingen

 

12.1   Het is verboden bij aanvraag-, aanmeldings-, inschrijvingsprocedures en alle overige regelingen, die in dit reglement zijn opgenomen of waarnaar verwezen wordt, onjuiste gegevens te verstrekken of om gegevens te verzwijgen.

 

12.2   Hij die het gestelde in het voorgaande artikel of enig ander artikel van dit reglement overtreedt kan, conform het "Reglement betreffende het Tuchtcollege voor de Kynologie" gestraft worden met een of meer der volgende straffen:

          - berisping;

          - geldboete;

          - tijdelijke of blijvende diskwalificatie van zijn persoon;

          - tijdelijke of blijvende diskwalificatie van honden waarvan hij eigenaar is;

          - ontneming van het recht tot het voeren van een kennelnaam;

          - tijdelijke of blijvende ontneming van de bevoegdheid om als keurmeester op te treden;

          - tijdelijke of blijvende ontneming van de bevoegdheid om als official op te treden.

 

 

Artikel 13 - Slotbepalingen

 

13.1   In bijzondere gevallen kan de Raad, in overleg met het bestuur van de rasvereniging, afwijken van dit reglement, indien strikte toepassing van dit reglement leidt tot een onredelijk en onbillijk resultaat, mits daarmee de belangen van het ras worden gediend en geen onevenredige schade aan belangen van derden wordt toegebracht.

 

13.2   In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Raad, in overleg met het bestuur van de rasvereniging.

 

13.3   Tegen beslissingen van de rasvereniging onderscheidenlijk de Raad, waarbij een belanghebbende rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen staat bezwaar en beroep open bij Raad respectievelijk de Geschillencommissie voor de Kynologie, overeenkomstig het bepaalde in het Reglement betreffende de Geschillencommissie voor de Kynologie

 

13.4   Indien voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen zullen voordoen, draagt de Raad in overleg met het bestuur van de rasvereniging, zorg voor aanvulling van het reglement.

 

13.5   Zowel door de Raad als door de rasvereniging kunnen ten aanzien van dit reglement wijzigingen worden voorgesteld. De aanpassingen behoeven in alle gevallen goedkeuring van de Algemene Vergadering van de rasvereniging en het bestuur van de Raad.

 

 

Artikel 14 - Inwerkingtreding en overgangsbepaling

 

14.1   Dit rasspecifieke fokreglement treedt, na instemming door het bestuur van de Raad,  onder de voorwaarde dat onderhavig reglement door de Algemene Vergadering van de rasvereniging voortijds is aangenomen en vervolgens publicatie in het clubblad van de rasvereniging heeft plaatsgevonden.

 

14.2   Dit rasspecifieke fokreglement is niet van toepassing op de inschrijving van honden, die geboren worden uit een teef, die gedekt is op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.

 

14.3   Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- dan wel werkkwalificaties, welke afgegeven zijn c.q. plaatsgevonden hebben voor de inwerkingtreding van dit reglement, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn begrepen.

 

14.4   Bij inwerkingtreding van dit fokreglement bepaalt de rasvereniging het maximum aantal toe te wijzen nesten voor fokdieren die voor de inwerkingtreding van dit fokreglement reeds nesten gehad hebben. Daarbij wordt rekening gehouden met de welzijnsbegrenzingen voor de teef en kan de rasvereniging voor zowel de dekreu als de teef de voor de inwerkingtreding van dit reglement geldende aantalsbeperking meewegen.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Stabij- en Wetterhounen (NVSW) op 22 maart 2003 te Maarssen, namens deze,