FCI-Standaard no 250
Oorsprong: Westelijk Middellandse Zeegebied.
Gebruik: Gezelschapshond
Klasse F.C.I. : GROEP 9 - GEZELSCHAPSHONDEN
Sectie 1 - Bichons en aanverwante rassen
Kort historisch overzicht:
Dit ras is afkomstig uit het Westelijk Middellands Zeegebied en heeft zich ontwikkeld in de Spaanse en Italiaanse kuststreken. Blijkbaar werden deze honden in vroegere tijden meegebracht naar Cuba door Italiaanse kapiteins op de grote vaart. Bij vergissing heeft de voornaamste kleur havana (tabakskleur, bruin-rood) van deze honden, het verhaal doen ontstaan dat het hier gaat om een ras uit Havana, de hoofdstad van Cuba. Bepaalde omstandigheden in Cuba hebben geleid tot een totale verdwijning van de oude Havanezer bloedlijnen; enkele afstammelingen hebben overleefd in de Verenigde Staten na van het eiland te zijn gesmokkeld.
Algemeen uiterlijk:
De Havanezer is een kleine stevige hond, laag op
de poten, met een lange overvloedige, zachte en bij voorkeur golvende vacht.
Het gangwerk is levendig en veerkrachtig.
Belangrijke verhoudingen:
De lengte van de snuit (van de neuspunt tot aan
de stop) is gelijk aan de afstand tussen stop en achterhoofdsknobbel (occiput)
De verhouding tussen de lichaamslengte (gemeten van de schouderpunt tot aan de
bilpunt) tot de schofthoogte is 4:3
Gedrag en karakter:
Buitengewoon levendig en pienter zijnde, is hij makkelijk op te leiden tot waakhond. Aanhankelijk, van nature vrolijk, beminnelijk, charmant, speels en zelfs een beetje een clown. Houdt van kinderen en kan eindeloos met ze spelen.
Hoofd:
Van middelmatige lengte. De verhouding tussen de lengte van het hoofd en de lichaamslengte (gemeten van schoft tot staartaanzet) is 3:7
Bovenaanzicht:
Schedeldak: Vlak tot heel weinig gewelfd, breed, voorhoofd weinig
verheven. Van bovenaf gezien afgerond aan de achterkant en bijna recht en
vierkant aan de drie andere zijden.
Stop: Matig aangeduid
Aangezicht:
Neus: zwart of bruin
Snuit: Geleidelijk licht smaller wordend in de richting van de neus, maar
noch spits noch stomp.
Lippen: Fijn, droog en strak.
Kaken: Schaargebit. Men streeft naar een compleet gebit. Afwezigheid van
de premolaren (PM1) en de molaren (M3) is toegestaan.
Wangen: Zeer vlak, niet opvallend.
Ogen: Tamelijk groot, amandelvormig, kleur bruin, zo donker mogelijk.
Vriendelijke uitdrukking. De oogranden moeten donkerbruin tot zwart zijn.
Oren: Tamelijk hoog aangezet, langs de wangen vallend, een lichte plooi
vormend die ze iets doen afstaan, eindigend in een afgeronde punt. Bedekt met
lange haren, noch afstaand als molenwieken, noch tegen de wangen aansluitend.
Hals: middelmatige lengte
Lichaam: de lichaamslengte is iets groter dan de
schofthoogte.
Rugbelijning: recht, licht gewelfd bij de lendenen.
Kruis: goed afhellend
Ribben: goed gewelfd
Buik: goed opgetrokken.
Staart: Hoog gedragen, hetzij in de vorm van een bisschopsstaf, hetzij -bij voorkeur- gekruld over de rug; is bedekt met een franje van lange zijdeachtige haren.
Ledematen:
Voorhand: recht en evenwijdig, droog, goed
beendergestel. De afstand tussen de grond en de elleboog mag niet groter zijn
dan de afstand tussen elleboog en schoft.
Achterhand: goed beendergestel, matige hoekingen.
Voeten: enigszins langgerekt, klein, compact.
Gangwerk: de Havanezer heeft een opvallend licht en veerkrachtig
gangwerk, dat zijn vrolijke karakter onderstreept. Beweging: goed vrij en recht
naar voren vanuit het front (schouders), de achterhand geeft de stuwing in een
rechte lijn.
Vacht:
Vachtstructuur:
De wollige ondervacht is weinig ontwikkeld en vaak geheel afwezig. De bovenvacht
is erg lang (12-18 cm bij een volwassen hond), zacht, sluik of gegolfd en kan
gekrulde lokken vormen.
Elke vorm van toiletteren, de vacht met de schaar op gelijke lengte knippen, en
elke vorm van trimmen is verboden.
Uitzondering: het bijwerken van de voeten is toegestaan, haren op het hoofd
kunnen iets ingekort worden zodat ze de ogen niet bedekken en de haren op de
snuit kunnen iets ingekort worden, maar het natuurlijk laten verdient de
voorkeur.
Vachtkleur:
Zelden geheel wit, wildkleur in alle nuances (met zwarte haarpunten
toegestaan), zwart, havanabruin, tabakskleur, roodbruin. Platen in deze
vachtkleuren zijn toegestaan. Tan aftekeningen zijn toegestaan in alle nuances
Hoogte:
Schofthoogte van 23 tot 27 cm
Toegestaan is 21 tot 29 cm.
Fouten: iedere afwijking van voorafgaande beschrijving moet als fout beschouwd worden, die al naar gelang zijn ernst en zijn gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van de hond zal worden bestraft.
Ernstige fouten:
- het geheel niet voldoen aan type.
- te stompe of te spitse snuit, waarvan de lengte niet gelijk is aan die van de
schedel.
- roofvogel-ogen, te diep liggende of uitpuilende ogen, gedeeltelijk
gepigmenteerde ooglidranden.
- te lang of te kort lichaam.
- rechte staart, niet omhoog gedragen.
- Frans front (voorpoten te nauw in stand, voeten naar buiten gedraaid.)
- misvormde voeten
- harde vacht, weinig overvloedige vacht, korte vacht behalve bij pups,
getoiletteerde vacht.
Diskwalificerende fouten:
- agressief of schuw gedrag
- (deels) niet gepigmenteerde neus
- boven- of ondervoorbeet
- entropion, ectropion, een of beide ooglidranden niet gepigmenteerd
- maat onder of boven de in deze standaard aangegeven norm
Elke hond die afwijkend lichamelijk of geestelijk gedrag vertoont dient te worden gediskwalificeerd.
NB. Reuen moeten twee normale testikels bezitten die geheel in het scrotum zijn ingedaald.
Vertaling (26-01-2009): G.W. Spruijt. Oorspronkelijke tekst, Franstalig: klik hier