Het showen van honden en alles wat komt kijken voor het deelnemen aan een show

Wat is showen?

 

Showen betekent dat de hond getoond wordt aan de keurmeester in stand en in gang.

Dat moet dan zo gebeuren dat de hond zo voordelig mogelijk uit de verf komt.

De hond wordt door de keurmeester beschreven als hij “in stand” staat.

Hierbij is het belangrijk dat de hond in balans staat.
Verder wordt bij de Stabij en de Wetterhoun een natuurlijke manier van showen het liefst gezien: aan een ontspannen lijn, een kalme en ontspannen hond die rustig en stabiel gedrag vertoont in de ring en vriendelijk en attent is.

In dit artikel leggen we uit hoe showen in zijn werk gaat en waar je als exposant allemaal rekening mee moet houden.

 


Attent, ontspannen, aan een losse lijn en in balans

Wat is balans?

 

Balans wil zeggen dat de hond zodanig staat, dat hij letterlijk in balans staat, in evenwicht dus. Wanneer een hond niet in balans staat kost het kracht om te blijven staan in de houding waarin de handler hem heeft neergezet. Dit heeft tot gevolg dat de hond niet rustig staat en daardoor kan hij delen van het lichaam gaan aanspannen of juist ontspannen waarvan je dat juist niet wilt.  Een hond kan alleen langdurig ontspannen in stand staan wanneer hij:

 

-          Evenredig gebouwd is

-          Goed in balans staat

-          In goede conditie is

 

Wanneer een hond niet in balans staat kan dat bijvoorbeeld tot gevolg hebben:

 

-         Dat de hond met een doorgezakte rug staat

-         Dat de hond de schouders verkeerd aanspant waardoor het schouderblad anders (verkeerd) lijkt te liggen dan in werkelijkheid het geval is

-          Dat de hond het bekken kantelt om niet om te vallen, waardoor het bekken anders (verkeerd) lijkt te liggen dan in werkelijkheid

 

Een hond kan ook zodanig worden neergezet dat bepaalde fouten in de bouw minder opvallen.
Dan staat de hond over het algemeen niet in balans, waardoor de kans ontstaat op andere fouten dan de fout die je probeert te verbergen.
Wie zich hieraan wil wagen moet dus goed weten wat hij doet.
Aan de andere kant is op deze manier fouten proberen te verhullen onderdeel van het "spel" dat showen heet:
De keurmeester beschrijft wat hij ziet, de exposant probeert dat beeld wat mooier te maken dan het is.

 

 

Wanneer staat een hond goed in balans?

 

Wanneer je een hond bekijkt kun je twee denkbeeldige loodlijnen trekken, één door de voorhand en één door de achterhand.

 

De voorste lijn loopt vanaf ongeveer 1/3 deel van de bovenkant van het schouderblad, loodrecht voor het voorbeen naar beneden en door de bal van de voet.

 

De achterste lijn loopt vanaf de punt van het bekken loodrecht naar beneden, voor de voet langs en gaat ook loodrecht door de bal van de voet.

Er zijn rassen waarbij de bouw zo is dat deze lijnen anders lopen, bijvoorbeeld terriërs en windhonden. Een belangrijke vuistregel is daarom de volgende:

 

-          Zorg dat het voorbeen loodrecht op de grond staat

-          Zorg dat de voetzool recht op de grond staat

 

 

De hond mag zowel voor als achter nooit wijdbeens staan. Ook dit kan de balans verstoren en ook dan zal de hond dit proberen te compenseren, met fouten als gevolg.

 

Betasten in stand

 

De hond moet zich door de keurmeester rustig laten bekijken en betasten. 
De keurmeester zal de ligging van de botten voelen, met name de schouder en het bekken, de hals en schouders, de aanzet van de staart, de ronding van de ribben en de kracht van de rug.
Soms zal de voorhand even worden opgetild. Ook zal het hoofd vaak uitgebreid betast worden.
 

Zelfs al vindt hij het niet leuk, de hond moet dit toestaan zonder terug te wijken, te snauwen, te happen of te grommen.
Agressief gedrag is voor elk ras een reden tot diskwalificatie! Angst of extreme terughoudendheid kan voor een keurmeester reden zijn een hond lager te plaatsen dan hij verdient.
Zowel angst als agressie kunnen een goede beoordeling onmogelijk maken. Betasten zullen we uitgebreid oefenen. Wanneer de hond van pup af aan regelmatig even in stand wordt gezet, zal het later geen problemen geven. Oefen dit daarom regelmatig.

 

De hond moet ook het gebit laten bekijken. De keurmeester zal dat meestal zelf doen, soms vraagt hij de exposant het te doen. Hierbij moeten de tanden op elkaar blijven en moet zichtbaar zijn of alle elementen aanwezig zijn. Vaak zal de keurmeester willen voelen of de voortanden op de juiste wijze op elkaar staan. Ook dit kan thuis geoefend worden.

Tenslotte zal de keurmeester bij reuen willen controleren of er twee volledig ingedaalde testikels aanwezig zijn. Een hond die dit niet gewend is kan er van schrikken. Ook handig om te oefenen dus!

 

 

 

Foto's volgen

Hoe zet je de hond op een goede manier neer?

 

Belangrijk is dat de hond vanuit draf netjes blijft staan.

Daarna kan het nodig zijn de hond nog opnieuw in stand wordt gezet.

 

Zet altijd eerst de voorhand in stand. Doe dit door de hond onder de borst op te tillen en dan weer rustig en voorzichtig neer te zetten. Het eenvoudigst gaat dit door een hand over de hond heen en onder de borstkas achter de ellebogen te plaatsen en de andere hand op de voorzijde van de borstkas te leggen, iets boven de voorbenen. Dan rustig omhoog en weer neerzetten.

 

Daarna zet je de achterhand neer. Pak de hond nooit onder de buik. Dit is onaangenaam voor de hond en bovendien zal hij de lendenen aanspannen, waardoor er een bolle rug ontstaat. De juiste wijze is een hand achterlangs tussen de achterbenen plaatsen (voorzichtig bij reuen!), iets optillen en weer rustig neerzetten. 

 

Het is ook mogelijk de hond in stand te zetten door alle benen afzonderlijk te pakken. Veel honden vinden dit niet erg aangenaam en ervaren het vaak als bedreigend, waardoor het vrij lang duurt voor het dusdanig is aangeleerd dat de hond het makkelijk accepteert.

Door de voor- en achterhand iets op te tillen staat de hond sneller in balans. Bovendien vinden honden deze methode over het algemeen niet vervelend, waardoor het gedrag in de ring sneller stabiel zal worden.

 

Stabiliteit is van groot belang, want een hond die zich niet op zijn gemak voelt zal zich nooit zo goed tonen als een hond die zich prettig voelt.


Hieronder een fotoserie die de eerste methode om een hond netjes neer te zetten laat zien.
Wie dit dagelijks een keer oefent zal merken dat een hond al snel vanzelf goed in stand gaat staan!

 

1:     

 

 

 

 

 

Leg je vlakke hand tegen de voorzijde borst zodat de hond niet naar voren kan stappen
 

2:

 

 

 

 

Laat je andere hand onder de borstkas van de hond glijden, direct achter de voorbenen.
Doe dit kalm en rustig.

3.

 

 

Til de voorhand van de hond een stukje op zodat de voorbenen recht kunnen worden neergezet.
 
Houd tijdens het neerzetten en daarna de hand op de voorborst zodat de hond niet kan gaan lopen.

4:

 

 

De voorhand staat nu netjes recht.

Laat je hand nu naar de achterhand glijden.
Rustig aan, zodat het aangenaam blijft voor de hond.

De eerste hand blijft op de voorborst rusten.

5:

De hand laat je nu tussen de achterbenen glijden.

 
Honden moeten dit echt leren, vaak vinden ze het erg vreemd in het begin.
Veel oefenen dus!

6:

 

Voorzichtig optillen en rustig weer recht neerzetten.
Niet te hoog optillen, het mag geen handstand worden!

De eerste hand rust nog steeds op de voorborst.
 

7:

 

Even checken of de achterbenen netjes recht staan...

8:

 

En voila: prachtig in stand!

Gangwerk  
 

Een tweede belangrijk deel van het showen is het gangwerk.

Op een show wordt een hond voorgebracht in draf. Bij een ideale draf stapt de achtervoet telkens direct achter de voorvoet.

 

Het is belangrijk te beseffen dat iedere hond zijn eigen ideale tempo heeft. Wanneer een hond te snel of te langzaam loopt heeft dat direct gevolgen voor zijn gangwerk. Ook binnen een ras heeft iedere hond zijn eigen ideale tempo.

 

De keurmeester zal vragen enkele figuren te lopen. Het meest gevraagd zijn de driehoek en het "recht op en neer.
Hiernaast ziet u voorbeelden hiervan.

KM is keurmeester
H is hond
B is baas

 

Welk tempo voor welke hond?

 

De ideale paslengte houdt direct verband met de loodlijn.

Vanaf de loodlijn is de pas naar voren net zo groot als naar achteren.

Als een hond een fout in de bouw heeft kan de pas  naar voren kleiner zijn dan naar achteren of omgekeerd. Je kunt dit enigszins camoufleren door het tempo aan te passen. 

Een Stabij heeft over het algemeen geen problemen met de paslengte, bij een Wetterhoun is dit anders. Een Wetterhoun is vierkant gebouwd en dergelijke honden gaan makkelijk in telgang.
Als er geoefend wordt op het goede tempo lopen is het handig dat met hulp van iemand te doen, die kan zien of het tempo goed is.

Ook bij Stabijs of andere rassen kan het tempo erg bepalend zijn voor het resultaat: de ene hond toont zich beter bij snel, de andere bij wat rustiger.
Bij een normale, vlotte draf stapt de achtervoet telkens net achter de plaats waar de voorvoet de grond heeft verlaten.
Dat is te zien op de afbeelding hiernaast.
Op de afbeelding hieronder is te zien hoe de paslengte wordt gemeten.

Op een goede ringtraining zal over het juiste tempo voor de hond advies worden gegeven.
Uiteraard mag u ons ook altijd vragen hierbij te helpen!

 

Fouten door verkeerd voorbrengen

 

Zelfs al loopt een hond prachtig, de handler kan een goede gang op heel veel manieren verkeerd beïnvloeden. Een paar dingen om op te letten zijn:

 

-     Laat de hond niet aldoor naar je kijken. Hierdoor zal hij zijn front draaien waardoor de voorbenen kunnen kruisen of steppen, of de hond kan gaan springen

-     Breng de hond aan een losse lijn voor. Wanneer je aan de lijn trekt met een zijwaartse beweging, gaat de hond ook kruisen.

 

Kruisen in het front

 

Kruisen in het front betekent dat de voorbenen niet netjes naast elkaar op de grond komen maar telkens naar opzij en voor het andere voorbeen worden geplaatst.
Hierdoor wordt het beeld van de draf verstoord en lijkt er een fout in de bouw te zijn die er niet is.
De gangen zijn op deze wijze niet te beoordelen.

Als er een snoepje, speeltje of iets anders wordt gebruikt om de aandacht van de hond te trekken, zorg dan dat dit niet voor je eigen lichaam is, maar recht voor de hond. 
Trek de hond nooit aan de lijn mee, ook hierdoor kan hij gaan kruisen in het front.

 


Steppen 

 

Steppen wordt vrijwel altijd veroorzaakt door een te strakke lijn. Breng de hond altijd aan een losse lijn voor. |
Wanneer een hond aan een te strakke lijn wordt voorgebracht, waarbij hij omhoog wordt getrokken, heeft dit tot gevolg dat hij gaat steppen. Hij zal de voorbenen dan hoog opgooien in een poging de grond te raken.

Steppen geeft een totaal verkeerd beeld van de hond en wekt bovendien de indruk van ernstige fouten in de bouw.

Er zijn enkele rassen waar steppen een raskenmerk is. Bij alle andere rassen is het een fout!


Er zijn vele fouten in het gangwerk mogelijk, maar die worden over het algemeen veroorzaakt worden door fouten in de bouw van de hond. De bovengenoemde fouten worden echter veroorzaakt door verkeerd voorbrengen.

 

 

Administratie

En als je dan op die show bent, met je hond die keurig getraind is, wat dan?

Van te voren krijg je van de organisatie papieren thuisgestuurd.
Die neem je mee. Voor die papieren krijg je een catalogus en toegang tot de hal.
Neem ook een stoeltje mee, eten en drinken voor baas en hond, een mooi showlijntje (daar was natuurlijk al mee geoefend), en wat geld voor eventuele aankopen en misschien een parkeerkaart.

In de hal kun je in de catalogus opzoeken in welke ring de hond dient te worden voorgebracht.
Zorg dat je op tijd aanwezig bent!
Voor aanvang van de keuringen moet het bewijs van inschrijving in de ring worden afgegeven.
In ruil daarvoor krijg je een draagnummer.
Dat moet opgespeld worden tijdens de keuring.

Let goed op wanneer je aan de beurt bent, want dat wordt niet omgeroepen!
Zorg dus dat je in de buurt van de ring bent of vraag andere exposanten je hierin te helpen.

Als je aan de beurt bent moer er op nummer worden opgesteld in de ring.
De ringmeester, die de baas is in de ring, zal zeggen hoe de keurmeester de exposanten graag wil hebben.
De ringmeester is ook degene die zegt wanneer je aan de beurt bent en waar je de hond mag neerzetten.
Let erop dat de hond voldoende afstand houdt van de tafel waar de keurmeester en zijn schrijver zitten, want anders ziet de keurmeester vooral de rug van de hond!
Een meter of twee, drie afstand is goed.

Tijdens de keuringen zal de ringmeester alle aanwijzingen geven.
Er zal worden geplaatst (maximaal vier honden) en de uitslagen hoor je direct na de plaatsing van de keurmeester of de ringmeester.

Als een hond eerste is geworden zal hij of zij bij de ring moeten blijven zodat er later meegedongen kan worden voor beste reu of beste teef.

Na de keuring moeten de papieren allemaal in orde worden gemaakt, dat duurt soms even.
Als dat gedaan is kunnen de rapporten worden opgehaald. Daarin staat beschreven wat de keurmeester van je hond vindt en waarom hij welke kwalificatie heeft gegeven.
Veel succes!